Slimme horloges tellen niet alleen je stappen, maar meten tegenwoordig ook je slaap. Dit tot ongenoegen van de slaapartsen. De data van de polsbandjes zijn verre van betrouwbaar en kunnen zelfs een negatieve invloed hebben op de slaap.
Slaaparts Sebastiaan Overeem laat een, voor de gelegenheid geanonimiseerde, verwijsbrief van de huisarts zien. Bovenaan de brief staat ‘graag uw hulp in verband met verdenking van slaapstoornis’. Een aantal regels verder staat de klacht van de patiënt: volgens haar slaapapp slaapt ze vaak onrustig en oppervlakkig. ‘Ik spreek tegenwoordig steeds vaker patiënten die slechter zijn gaan slapen door hun slaaptracker’, zegt Overeem.
Het is big business, de slimme horloges zoals Fitbits, Jawbone Ups en Apple Watches vervangen al bij aardig wat mensen het traditionele horloge. Overdag tellen ze je stappen en ’s nachts meten ze je slaap. Onderzoeksbureau eMarketer schat dat op dit moment tien procent van de Nederlanders ’s ochtends een rapportje op zijn smartphone ontvangt dat vertelt hoe goed en hoe lang de slaap van afgelopen nacht was. Aan de ene kant is dat een goede ontwikkeling in een tijd waarin we vooral te weinig slapen. Slaapmeters geven inzicht in de slaap en onderzoek heeft aangetoond dat mensen beter gaan slapen als ze meer weten over hun eigen slaap.
Maar aan de andere kant zijn slaapartsen helemaal niet blij met de slimme polsbandjes. Zij noemen de data van de slaapmeters onbetrouwbaar. Hierdoor kan iemand die verkeerde informatie krijgt over zijn slaappatroon onterecht denken dat er iets aan de hand is. Typerend is het voorbeeld dat psycholoog Kelly Baron van Rush University Medical School uit Chicago en haar team in het Journal of Clinical Sleep Medicine publiceerde: bij een 27-jarige vrouw werd haar slaap tot twee keer toe in het lab geobserveerd. In beide nachten blijkt er niets aan de hand te zijn met haar slaap. En toch, na het horen van de uitslag vraagt ze: ‘Maar waarom zegt mijn Fitbit dan dat ik zo slecht slaap?’
De artsen uit Chicago vergelijken het slaapprobleem met de ongezonde obsessie om gezond te eten, orthorexie, en noemen het daarom orthosomnie. Gebruikers raken geobsedeerd door hun nachtrust die minimaal acht uur moet duren en een gezonde verdeling van REM en diepe slaap moet hebben.
De omvang van de slaapstoornis is nog niet bekend. En naast de publicatie van de artsen uit Chicago is er nog geen ander artikel verschenen dat de term orthosomnie gebruikt. Maar slaaparts Overeem vindt het goed dat er aandacht aan wordt besteed. ‘Het is een reëel probleem en het kan geen kwaad om het publiek te waarschuwen over de lage betrouwbaarheid van slaaptrackers’.
Het gebrek aan betrouwbaarheid van de slaaptrackers komt door de manier waarop ze slaap meten. De meeste apparaatjes meten lichaamsbeweging: stilliggen betekent slaap, beweging betekent wakker. Er zijn ook slaapmeters die gebruik maken van hartslag en ademhaling, maar voor alle varianten geldt: ze meten geen hersenactiviteit. En dat is de enige methode om slaap betrouwbaar in kaart te brengen. Onderzoek toont aan dat door slaap te meten op basis van lichaamsbeweging of hartslag de kans op meetfouten toeneemt.
Weinig fabrikanten geven de mate van betrouwbaarheid van hun slaaptracker prijs. Dit betekent dat het polsbandje ofwel nog nooit aan een wetenschappelijke test is onderworpen óf dat de resultaten zo slecht waren dat het maar beter is hierover te zwijgen.
‘Er moet nog veel verbeteren aan de huidige slaapmeters voor consumenten’, zegt Roy Raymann. Raymann verliet Nederland in 2013 om bij Apple een slaaponderzoeksteam te leiden. Nu is hij vicepresident van start-up SleepScore Labs dat ook een slaaptracker aanbiedt. Raymann pleit voor een solide samenwerking tussen producenten van slaaptrackers en slaaponderzoekers. Maar vindt ook dat onderzoekers en artsen hun rigide standaarden enigszins zouden moeten loslaten. ‘De informatie van slaaptrackers is misschien niet altijd compleet, maar de apparaten leveren wel data voor een langere periode op’. De slaapmetingen die slaapartsen nu uitvoeren zijn hooguit twee nachten achterelkaar en ook nog vaak in een ziekenhuiskamer. De vraag is of die informatie een juiste weergave is van de werkelijke situatie.
Raymann verwacht ook dat consumenten bij artsen gaan afdwingen dat alternatieve slaapmetingen worden geaccepteerd. In de toekomst kunnen de apparaten misschien gebruikt worden om na te gaan of de behandeling van bijvoorbeeld slapeloosheid bij een patiënt werkt. En misschien kunnen ze zelfs zo nauwkeurig worden dat ze specifieke slaapstoornissen kunnen opsporen. ‘Ik wil best slaaptrackers gebruiken bij de behandeling van patiënten, maar hiervan moet dan wel bekend zijn hoe betrouwbaar ze zijn’ zegt slaaparts Overeem. ‘En ik ben van mening dat een slaaptracker pas wordt ingezet na overleg met de arts.’
Slaaponderzoeker Roy Raymann beseft dat het nog een tijd zal duren voordat de slaapmeters geaccepteerd worden in de klinische praktijk. ‘We zijn eigenlijk nog in de fase van ontwikkeling en onderzoek. Als we een gedegen basis van betrouwbare meetmethodes hebben, volgt acceptatie en gebruik door een breed consumentenpubliek en dan pas acceptatie door de medische wereld.’ Dat betekent dat consumenten die nu een slaaptracker gebruiken zich bewust moeten zijn van de beperkingen van het apparaat.
Disclaimer: Dit artikel is geschreven in het kader van de cursus Wetenschapsjournalistiek. De inhoud van het artikel geeft uitsluitend het perspectief van de auteur weer.