Wetenschapsjournalistiek

De overheidsmaatregel tegen slaappilverslaving bestrijdt alleen symptomen

Om het aantal verslaafden aan slaapmedicatie in Nederland terug te dringen, besloot de overheid bijna tien jaar geleden om de pillen uit de basiszorgverzekering te halen. Huisartsen schrijven inmiddels minder recepten voor, maar recente cijfers tonen aan dat het aantal verslaafden gelijk is gebleven. Wat gaat er mis?

Tien jaar geleden gebruikten 1,5 miljoen Nederlanders slaap- en kalmeringsmedicatie. Twee derde van de gebruikers was verslaafd en slikte de pillen al jaren dagelijks. De overheid vond dat dit aantal omlaag moest. Daarom werden slaap- en kalmeringsmiddelen vanaf 1 januari 2009 alleen nog onder specifieke voorwaarden door de zorgverzekering vergoed. Een patiënt die de pillen slikte vanwege langdurige slapeloosheid kreeg de medicatie niet meer vergoed.

Door deze aanpak is het aantal voorschriften van benzodiazepines, de verzamelnaam voor slaap- en kalmeringsmiddelen, aanzienlijk gedaald. Vergeleken met 2008, het jaar voordat de nieuwe regels ingingen, verstrekten de Nederlandse apotheken volgens cijfers van Stichting Farmaceutische Kengetallen het jaar erop 15 procent minder benzodiazepines. Sinds 2012 neemt het aantal uitgegeven benzodiazepines jaarlijks gemiddeld met 1,8 procent af. Op het eerste gezicht lijkt dit een succesvol resultaat voor de overheid. Maar dat het aantal benzodiazepinevoorschriften per jaar daalt betekent niet automatisch dat er daardoor geen verslaafden meer zullen zijn.

Kennisinstituut voor verslavingszorg Trimbos schetst in haar jaarbericht dan ook een minder positief beeld. Het afgelopen jaar gebruikte ongeveer 1 op de 10 volwassenen in Nederland slaap- of kalmeringsmedicatie. Nog steeds slikte twee derde de pillen langer dan twee jaar. Bij tachtig procent had de huisarts of de apotheker nog nooit voorgesteld om te stoppen met het gebruik. Ook behandel- en expertisecentrum voor verslaving Jellinek geeft aan dat het aantal verslaafden aan benzodiazepines de laatste jaren gelijk is gebleven.

Dat is vrij eenvoudig te verklaren, vindt slaaptherapeut en gedragswetenschapper Merijn van de Laar. De groep die langdurig en dagelijks slaappillen gebruikt en verslaafd is, blijft de pillen hoe dan ook gebruiken. Ze komen dan niet meer via de huisarts aan hun medicatie, maar ze krijgen de pillen wel op andere manieren. “Patiënten in mijn praktijk vertellen dat ze de medicatie heel makkelijk via internet vinden. Ook krijgen ze slaappillen van vrienden of ze ‘snoepen’ mee met hun partners.”

Internet biedt inderdaad een snelle en makkelijke toegang tot een rijk arsenaal aan slaapmedicatie: een potje Ambien, een kortwerkend middel om sneller in slaap te komen, of een doosje Xanax, een stevige angstremmer, kan iedereen moeiteloos, zonder recept én een stuk goedkoper dan in de apotheek bestellen. De controle op het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen verdwijnt hierdoor. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Mensen kunnen de verkeerde slaappillen bestellen of zelfs pillen kopen die niet bedoeld zijn voor slaapproblemen. En ze krijgen geen voorlichting meer over hoe de pillen op een juiste manier gebruikt moeten worden. Sommige slaapmiddelen werken nog tot diep in de ochtend door. Onderzoek door wetenschappers van de Universiteit Maastricht toont aan dat een gebruiker dit vaak niets eens merkt. Een gebruiker die onder invloed van een slaappil in de auto stapt om naar het werk te gaan, heeft een verdubbelde kans om betrokken te raken bij een verkeersongeluk.

In zijn huidige vorm verbetert de overheidsmaatregel de situatie voor de langdurige gebruikers niet. Verslavingsarts en onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen Erik Paling zegt dat er veel geld en energie is gestopt in methodes om patiënten minder slaapmiddelen te laten gebruiken. “De aanpak heeft wel iets bereikt, maar ik vind het resultaat beperkt”. Apotheker en adviseur van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik Marcel Stroo ziet wel een positieve kant aan het niet meer vergoeden van benzodiazepines: “De maatregel heeft in ieder geval een preventieve werking. Wanneer een nieuwe patiënt met slaapklachten bij de huisarts komt, dan wordt minder snel slaapmedicatie voorgeschreven.” De huisarts speelt dus een cruciale rol. Op het moment dat de huisarts begint met het voorschrijven van slaapmedicatie, dan is de kans groot dat een patiënt een langdurige gebruiker wordt. Die eerste stap zou dus in de meeste gevallen voorkomen moeten worden.

Als een huisarts de richtlijnen van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) volgt, zal een slaappil nooit de eerste keuze zijn om een patiënt met slapeloosheid te behandelen. De eerste stap is voorlichting over slaap en slapeloosheid. Als dat niet helpt dan is de vervolgstap cognitieve gedragstherapie. Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een vorm van psychotherapie die bestaat uit vier tot zes sessies waarin verkeerd slaapgedrag en de houding van de patiënt ten opzichte van slaap worden veranderd. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat CGT een zeer effectieve behandeling van slapeloosheid is. En CGT creëert een blijvende verbetering van de slaap, iets wat met een slaappil niet lukt.

In Nederland wordt cognitieve gedragstherapie voor slapeloosheid nog maar op kleine schaal ingezet. Een belangrijke reden hiervoor is de basiszorgverzekering ook deze behandeling niet vergoed. Dat maakt de overheidsmaatregel om te stoppen met het vergoeden van slaappillen zo eenzijdig, zegt slaaptherapeut van de Laar. “Je haalt iets weg van de patiënt, maar je geeft er niets voor terug.” In Nederland wordt CGT voor slapeloosheid door de praktijkondersteuner van de huisarts gegeven. Een praktijkondersteuner is letterlijk een ondersteuner van de praktijk en bevoegd om bijvoorbeeld patiënten met mentale problemen te behandelen. Van de Laar merkt op dat de praktijkondersteuner het nog lastig vindt om de therapie te geven. Praktijkondersteuners krijgen les in CGT, maar hebben toch last van koudwatervrees. “Ze zouden beter begeleid moeten worden als ze CGT willen geven, maar de mankracht ontbreekt vaak.”

CGT voor slapeloosheid wordt in Nederland ook nog weinig toegepast omdat er een tekort is aan therapeuten die de behandeling kunnen geven. Veel patiënten belanden daardoor op een wachtlijst van drie tot zes maanden. Om die tijd te overbruggen krijgen patiënten vaak slaappillen voorgeschreven door hun huisarts. Van de Laar: “Het is heel triest dat door een tekort aan therapeuten, mensen eerst nog verslaafd raken aan de slaappillen.”

Zolang de basiszorgverzekering CGT niet vergoedt, kunnen huisartsen beginnen met hun patiënten beter te informeren over de risico’s van het gebruik van benzodiazepines. In Canada bleek dat ruim een derde van de ouderen minder benzodiazepines slikte nadat ze informatie over de slaappillen hadden gekregen. In Australië is een speciaal protocol ontwikkeld om ouderen in vijf stappen minder van dit soort medicijnen te laten gebruiken. Apotheker Stroo zegt dat er in Nederland ook afbouwprogramma’s met begeleiding voor mensen met een benzodiazepineverslaving bestaan. Stroo heeft zelf meegewerkt aan de ontwikkeling van een behandeling van slaapmiddelenverslaving via internet: benzodebaas.nl.

Verslavingsarts Paling vult aan dat publiciteit in de media over de nadelen van benzodiazepines ook al goed werkt, maar onderzoekt momenteel ook een rigoureuzere methode: behandeling van een ernstige slaappillenverslaving met het medicijn flumazenil. Patiënten krijgen zes dagen lang een lage dosis flumazenil via een infuus toegediend. Eerder onderzoek laat zien dat het middel de verslaving kan doorbreken, maar meer onderzoek naar effectiviteit en veiligheid van het middel is nodig. Paling verwacht met zijn onderzoek ook een antwoord te vinden op de vraag hoe het met de slaapklachten van de patiënten na de behandeling gaat.

Van de Laar pleit ervoor dat langdurige slapeloosheid weer moet worden gezien als een serieuze aandoening zodat behandeling ook weer wordt vergoed via de basiszorgverzekering. “Langdurige slapeloosheid is vaak een voorbode van een depressie en zelfs van suïcidaliteit.” De overheid moet de psychologische behandeling veel meer stimuleren. En er zou ook veel aan preventie kunnen worden gedaan. Begin dan al bij adolescenten. Die groep zou je kunnen leren wat goede slaap betekent en hoe je een goede nachtrust houdt. Als je kennis hebt over slaap en hoe slaap verstoord kan raken, dan zijn slaapproblemen te voorkomen.

Disclaimer: Dit artikel is geschreven in het kader van de cursus Wetenschapsjournalistiek. De inhoud van het artikel geeft uitsluitend het perspectief van de auteur weer.