Sociale media, Wetenschapsjournalistiek

Anti-wetenschap

Hi grote broer,

Goh, ik had nooit verwacht dat mijn Facebook-post zoveel aandacht zou genereren. Het zal voor veel mensen nog steeds een behoorlijk bescheiden resultaat zijn, maar eerdere berichten van mij zijn nooit 148 leuk gevonden en 75 keer gedeeld. De social-media influencers zullen vast doodongelukkig worden van dit soort getallen, maar ik zou er haast van naast mijn schoenen gaan lopen. Gelukkig lopen we hier in Zweden binnenshuis altijd op sokken of blote voeten.

Wat ik nog best verrassend vond waren de overwegend positieve reacties. Nu zal daar ook wel weer een bias in zitten. Want als iemand het met de inhoud eens is, dan kan iemand dat heel simpel met één druk op het duimpje aangeven. Maar iemand die zich niet zo kan vinden in wat ik schrijf, doet er waarschijnlijk meestal niets mee of moet de moeite nemen een commentaar achter te laten. 

Het commentaar op de post was wel reuze interessant! Wederom best wat positieve reacties, maar ook kritische noten. Mijn relaas werd arrogant en naar gevonden – men viel nogal over de termen ‘krankzinnig gewauwel’ en ‘charlatans’, ik zou zelf ook in de confirmation bias zijn getrapt, ik kon me beter bezighouden met de situatie in Zweden omdat ik daar nu woon, ik zou enerzijds te emotioneel zijn, maar anderzijds te zeer met kille cijfers bezig zijn, de aloude ‘wie denkt die Tim wel niet wie hij is en hier is een professor die het veel beter weet’, ofwel het autoriteitsargument, en tot slot, de Hond heeft misschien wel gelijk, dat kun je toch niet zomaar aan de kant schuiven?

Dat laatste had ik misschien in mijn eerdere post beter moeten uitleggen. Ik heb nooit beweerd dat de Hond verkeerd zat met zijn aerosolen. Hij zou inderdaad gelijk kunnen hebben. Ik heb alleen geschreven dat hij dat met zijn aanpak niet aantoont. Nu er aanwijzingen komen uit de wetenschappelijke literatuur, wil ik het wél aannemen. Dat doe ik niet om de Hond te pesten, maar ik heb meer vertrouwen in wetenschappers en experts in het onderwerp. Zet je schrap voor wat onverholen ‘mansplaining’ (al ben je dan geen vrouw): Wetenschappers publiceren hun onderzoek in wetenschappelijke tijdschriften. En dat doen ze volgens een aantal spelregels. Wetenschappers laten bijvoorbeeld hun onderzoek toetsen door een ethische commissie. Die commissie kijkt naar de onderzoeksplannen en maakt de overweging of de plannen ethische verantwoord zijn om uit te voeren. Ze stelt vragen als ‘Is de veiligheid en privacy van proefpersonen gewaarborgd?’ en ‘Zijn de voordelen die het onderzoek mogelijk oplevert hoger dan de lasten die een proefpersoon moet ondergaan?’. Naast die ethische toetsing worden onderzoekers ook meer en meer aangemoedigd om hun onderzoek vooraf te registreren in openbare registers zodat andere personen precies kunnen controleren of het onderzoek wordt uitgevoerd zoals de onderzoekers ook van plan waren. Als een onderzoek dan is afgerond, schrijven de onderzoekers de resultaten op in een artikel dat door onafhankelijke onderzoekers met verstand van het onderwerp wordt gelezen en beoordeeld. Dit gebeurt veelal anoniem, maar er zijn ook ontwikkelingen gaande om dat juist niet anoniem en dus nog transparanter te maken. Die onafhankelijke onderzoekers controleren inhoudelijk het artikel, kijken of het volgens wetenschappelijk juiste methodes is uitgevoerd, of de juiste statistische analyses zijn gebruikt (ook hier is men meer en meer transparantie in aan het verkrijgen door bijvoorbeeld de datasets openbaar te stellen) en of de resultaten en conclusies die eruit getrokken worden kloppen. Na dit hele proces, wat soms maanden kan duren, wordt dan besloten of een artikel goed genoeg is om te publiceren of niet (jawel, na maanden werk kan het dus voorkomen dat men het niet goedkeurt). Overigens, ik zal er meteen bijzeggen dat dit proces niet feilloos is. Het gaat zeker ook wel eens fout en iedereen weet dat er ook in de wetenschap fraude wordt gepleegd. Toch ben ik ervan overtuigd dat de meerderheid van de wetenschappers zich netjes aan de regels houdt. Maurice de Hond heeft dit hele proces dus niet doorlopen. Niemand kan toetsen wat zijn geplande onderzoeksmethodes waren, of ze ethisch verantwoord waren, of zijn resultaten kloppen, en of zijn bevindingen het waard zijn om te laten publiceren. De Hond omzeilt dit allemaal en plaatst alles zonder problemen op zijn website en nodigt zich vervolgens uit om mee te praten in een uiterst complexe discussie. Hoogleraar Casper Albers tweette een mooie afbeelding om te laten zien hoe absurd het eigenlijk is dat je als opiniepeiler met een achtergrond in sociale geografie een rol eist in een nationaal beleid over virusbestrijding.

Maar goed, De Hond zou dus gelijk kunnen hebben. Dat heeft hij inderdaad. Gedeeltelijk, dat dan weer wel. Het RIVM vindt de rol van aerosolen een stuk minder relevant dan de Hond die rol vindt en waarschijnlijk zitten ze er allebei naast. Een studie toonde aan dat men toch rekening moet houden met aerosolen, maar in die studie wordt ook aangegeven dat die rol van aerosolen zeker niet zo groot is als de Hond beweert. Trouwens, het RIVM heeft nooit beweerd dat aerosolen géén rol spelen (staat al sinds maart op hun website), ze werden alleen minder relevant gevonden. Iemand op sociale media (sorry, weet niet meer wie) omschreef het als volgt: Op een schaal van 1 tot 10 waar 1 staat voor helemaal niet relevant en 10 voor heel erg relevant, vindt het RIVM de rol van aerosolen een 2, vindt Maurice de Hond het een 8, en toont het artikel aan dat het misschien een 3 moet zijn.

Ben ik de Hond serieuzer gaan nemen? Nee, ik sta nog steeds achter mijn uitspraak dat hij zich niet moet mengen in deze discussie omdat het de boel vertroebelt. En ik vind dat als je wetenschapsjournalist Maarten Keulemans met dreigende taal mailt dat je woorden letterlijk in een artikel moeten verschijnen en berichten van complottheorie-aanhangers retweet dat je dan best een tikkeltje krankzinnig bent. Je ziet dat ik over Willem Engel weinig meer schrijf. Die man kunnen we niet meer serieus nemen. Ronduit walgelijk wat die man zegt en schrijft. Knettergek. Ik denk dat we hem het beste kunnen negeren.

En, om maar voor de zekerheid toe te voegen, ik schrijf niet dat ze de mond gesnoerd moeten worden. Laat ze lekker hun mening uiten op ieder medium dat ze geschikt vinden.

Ik zal nu wel weer arrogant en naar zijn als ik dit schrijf, maar op de een of andere manier verbaast me zo een commentaar wel. Ik ben oprecht bezorgd over de gezondheid van Nederlanders en hoop dat men inziet dat het onverstandig is om mensen als de Hond en Engel en Elens op hun woord te geloven. Dit betekent niet dat je de uitspraken van het RIVM en experts klakkeloos voor waar moet aannemen, maar ze baseren hun uitspraken in ieder geval wél op verifieerbare resultaten en gaan niet over één nacht ijs. Stel je voor dat ze op basis van Elens’ anti-wetenschappelijke proef (ik zal pseudowetenschap niet meer gebruiken, en vond deze term van Michel van Baal een stuk beter) meteen wereldwijd hadden aangekondigd dat iedereen dat medicijn moest nemen en vervolgens aardig wat mensen waren overleden aan de bijwerkingen. Ben benieuwd hoe de anti-wetenschappers in Nederland dan hadden gereageerd. En ook hier weer: Elens kán gelijk hebben, maar dat toon je niet aan door op het regionale nieuws te verkondigen dat je tien patiënten succesvol hebt behandeld.

Dan nog over emoties en wetenschap. Iemand schreef dat hij bij de eerste zin afhaakte omdat ik de Hond’s hypothese als ‘krankzinnig gewauwel’ betitelde. Die persoon kon mijn stuk daardoor niet meer serieus nemen. Prima, kan ik begrijpen. Was ook een beetje onder de gordel. En ik had specifieker kunnen zijn welke aspecten ik krankzinnig vind. Heb ik net al uitgelegd. Hopelijk neemt die persoon de Hond dan ook niet altijd serieus. Maar ik zal eerlijk bekennen dat ik het zo neerzette om mensen meteen in een eerste zin te prikkelen. Geloof dat dat wel is gelukt! 

Maar dan de andere kant. Ik kreeg de vraag wat het hart van de wetenschapper zei, omdat ik alleen maar met kille cijfers bezig zou zijn. Ik denk dat dat een grote misvatting is over wat wetenschap is. Wetenschap is niet bezig zijn met kille cijfers. Achter die cijfers zien wetenschappers mensenlevens, overleden opa’s en oma’s, ernstige zieke ooms en tantes, revaliderende broers en zussen. Die cijfers zeggen dus juist heel veel over wat er zich op dit moment in Nederland en de rest van de wereld afspeelt. Maar die cijfers geven dus ook richting. Door er statistiek op los te laten kom je achter oorzaken, achter verbanden (nog een puntje van kritiek op de Hond: de welbekende correlatie is niet causatie. De Hond heeft die fout al enkele keren gemaakt), achter oplossingen. En in tijden van crisis kun je je denk ik beter laten leiden door cijfers dan emoties. En weer zal ik er meteen bij schrijven dat ik dan niet bedoel dat emoties er niet toe doen. Maar emoties kunnen ons wel soms de verkeerde keuzes laten maken. Zoals het kiezen van ietwat te sterke bewoordingen voor mensen die je niet al te hoog hebt zitten. Maar dus ook in je keuzes over je eigen gezondheid en die van de mensen om je heen.

Tot slot nog de twee non-argumenten over dat ik in Zweden woon en over wie ik wel niet denk dat ik ben. Misschien is het juist wel goed om niet in Nederland te wonen om iets te zeggen over de anti-wetenschappers die het land in zijn greep houden. Het levert mogelijk een ander perspectief op. Hier in Zweden is er ook stevige kritiek op Tegnell’s coronastrategie. Maar het zijn dan toch vooral wetenschappers met verstand van zaken die zich laten horen en niet opiniepeilers, dansleraren of orthomoleculair therapeuten.

En wie denk ik wel niet wie ik ben? Ik stel als wetenschapper weinig voor. En ik heb geen verstand van virologie. Ik moet me dan ook ver weg houden van een inhoudelijke discussie over hoe virussen zich kunnen verspreiden en wat men ertegen moet doen (misschien met uitzondering op vaccinaties). Maar ik kan wel kritisch zijn op de wetenschappelijke of anti-wetenschappelijke methodes die gehanteerd worden in die discussie. En gelukkig hebben wetenschappelijke argumenten geen last van status. Al is iemand emeritus-hoogleraar, als deze professor zijn uitspraken niet met verifieerbare resultaten kan ondersteunen, dan zal ik haar of hem daarop wijzen.

Zo, ik vind dat we genoeg hebben geschreven over wetenschap, pseudowetenschap en anti-wetenschap. Hier in Zweden gaat het gelukkig ook de goede kant op. Het is nog steeds onzeker welke strategie de juiste was. Maar interessant is wel om te zien dat Tegnell’s keuze om de lagere scholen open te houden in Zweden niet meer besmettingen heeft opgeleverd dan Finland’s totale lockdown. Sterker nog, de schoolgaande Zweedse kinderen bleken zich psychisch beter te voelen dan de kinderen van andere landen tijdens deze pandemie en hadden betere leerprestaties.

Hälsningar!

Disclaimer: De inhoud van dit artikel geeft uitsluitend het perspectief van de auteur weer.